400 Nederlandse musea ontvangen voorschot van 10 miljoen euro van Museumkaart

06 mei 2020

Door: Museumvereniging 

Nu het publiek sinds 13 maart niet meer naar musea kan, lopen musea forse bedragen aan inkomsten mis. Een enquête onder de leden van de Museumvereniging maakte recent duidelijk dat een van de vijf musea vreest in mei geen salarissen, vakantiegeld of rekeningen te kunnen voldoen.

Inmiddels bieden regelingen uit het noodpakket banen en economie en coulancemaatregelen van het ministerie van OCW, andere overheden en publieke en private fondsen enige verlichting. Maar de tijdelijke sluiting duurt tot ten minste 20 mei en bij een veilige en verantwoorde heropening zullen de publieksinkomsten waarschijnlijk lager uitvallen. Om ervoor te zorgen dat musea meer geld in kas hebben, heeft de Museumvereniging, uitgever van de Museumkaart, een bijzonder besluit genomen. De kaartaccepterende musea ontvangen een voorschot ter grootte van twee maanden kaartbezoek. In totaal gaat het om circa 10 miljoen euro. De hoogte van het voorschot aan een museum hangt samen met de bezoekvergoeding over 2019. Het voorschot wordt verrekend met de nabetaling over 2020.

Publiekscampagne Bewaar je kaart, geniet later is succesvol

De Museumkaart doet er alles aan om – ook tijdens de tijdelijke sluiting – een zo groot mogelijk publiek in contact te blijven brengen met museale collecties, bijvoorbeeld door de digitale Nationale Museumweek die vorige week plaatsvond. Ook is er de publiekscampagne Bewaar je kaart, geniet later. Daarin worden kaarthouders opgeroepen geen gebruik te maken van verlenging van de doorlooptijd die ze automatisch krijgen, maar dit om te zetten in een ‘donatie’ aan de musea. Tot nu toe heeft maar liefst 92% van de ruim 25.000 kaarthouders die gehoor gaven aan deze oproep gekozen voor donatie. Ook wordt kaarthouders gevraagd hun kaart te verlengen, juist nu, zodat inkomstenderving uit de Museumkaart wordt geminimaliseerd.

Een bestuurlijk akkoord voor musea is hoognodig

De Museumvereniging is blij de musea financieel te kunnen ondersteunen, maar roept ook op tot een bestuurlijk akkoord tussen rijk, provincies en gemeenten voor passende steun aan álle musea: ongeacht grootte, type collectie, vestigingsplaats of wijze van financiering. Het steunpakket zou volgens de vereniging als volgt moeten zijn opgebouwd:

  1. Tegemoetkoming in de doorlopende huurkosten van musea voor panden die (on)middellijk door overheden worden geëxploiteerd en van de gemeentebelastingen; geschat op 45 miljoen euro.
  2. Investering in een overbruggingsfonds voor musea voor herstel van het werkkapitaal en van de vraaguitval, ter grootte van 55 miljoen euro.
  3. Verruiming van de Geefwet als fiscale stimulans voor gulle gevers aan culturele ANBI’s zoals musea.